De brieven van Tessy Wertheim: een digitale lezing van persoonlijke getuigenissen

Brieven en aantekeningen uit oorlogstijd

Persoonlijke brieven zijn geen voetnoten bij “grote” geschiedenis; ze zijn de geschiedenis in haar fijnmazigste vorm. In de brieven van Tessy Wertheim – soms haastig geschreven, soms zorgvuldig herzien, soms met vlekken en scheuren – komt de alledaagse logica van overleven naar voren: boodschappen, schaarste, zorgen om familie, maar ook humor, koppigheid en kleine rituelen die houvast boden. Dit artikel presenteert een digitale, maar mensgerichte lezing van dit brievencorpus: wat is de herkomst en kwaliteit van het materiaal, hoe labelen we thema’s en emoties zonder de stem te verpletteren, en welke patronen worden zichtbaar als we tijd, plaats en relaties systematisch in kaart brengen?

Inleiding: waarom juist brieven?

Archieven bevatten registers, besluiten en statistieken. Brieven laten de frictie zien tussen regels en levens. Ze registreren twijfel, misverstanden en hoop op een manier die administratieve bronnen zelden toelaten. De correspondentie van Tessy is bovendien contextueel rijk: namen van buren en familie, straatnamen en trefwoorden uit het dagelijks leven (bonnen, wasdag, schuilplekken in vage termen), verwijzingen naar religieuze en culturele ritmes. Dit maakt het corpus geschikt voor een gecombineerde aanpak: close reading door historici én systematische tekstanalyse die repetities en stiltes zichtbaar maakt.

Corpus en herkomst: materiaal, datering, onzekerheid

Het corpus bestaat uit brieven, kaartjes en losse notities, verspreid over meerdere jaren. Niet elk stuk is volledig; sommige randen zijn gescheurd, inkt is vervaagd en data ontbreken of zijn later met potlood toegevoegd. We voorzien elk document van een metadatafiche met (a) vermoedelijke datum of datumbereik, (b) materiaaltype en toestand, (c) zekerheid over auteur en geadresseerde, (d) verwijzingen naar personen, straten en gebeurtenissen. Bij twijfel markeren we expliciet de onzekerheidsklasse (hoog, middel, laag). Deze transparantie voorkomt schijnprecisie en dwingt tot discipline bij interpretatie.

Methode: digitale tekstanalyse zonder de stem te verliezen

We combineren drie lagen. (1) Thema-extractie: passages worden gelabeld met domeinen als “voedsel”, “onderdak”, “gezondheid”, “religie/ritueel”, “werk”, “angst/controle” en “humor/weerbaarheid”. (2) Naam- en plaatsherkenning: persoons- en toponiemdetectie helpt bij het bouwen van een sociale en ruimtelijke kaart; varianten (bijnamen, verkortingen) worden handmatig geverifieerd. (3) Emotionele toon: alinea’s krijgen een voorzichtige classificatie (bijv. opgelucht, bezorgd, wanhopig, strijdlustig), met de expliciete regel dat één brief meerdere, zelfs tegenstrijdige tonen kan bevatten. De machine is hulpmiddel, geen scheidsrechter; menselijke lezers corrigeren en verklaren afwijkingen.

Emotionele trajecten: geen simpele golf, maar mozaïek

Wanneer we de brieven ordenen op tijd zien we geen lineaire daling of stijging van hoop. In plaats daarvan verschijnt een mozaïek: in één brief kan Tessy gelijktijdig relativerend, ironisch en bang zijn. Juist die complexiteit is historisch relevant. De grafiek van toon per maand laat pieken zien rond bekende momenten van spanning (razzia’s, geruchten over transporten), maar ook onverklaarde dalen – dagen waarop externe signalen schaars zijn en de binnenwereld dominant wordt. Dit herinnert ons eraan dat emotionele geschiedenis niet volledig afgeleid kan worden uit publieke gebeurtenissen; stilte is óók data.

Naam- en plaatsentaxonomie: wie met wie, en waar?

Door namen consequent te normaliseren (voluit, met varianten en mogelijke verwantschappen) ontstaat een social graph: vrienden, buren, verwanten, schuiladressen, bemiddelaars. We gebruiken een drieledige classificatie: kernrelaties (veelvuldig genoemd, sterke banden), brugrelaties (schakels tussen clusters, vaak logistiek belangrijk), en randrelaties (zeldzame vermeldingen, mogelijk eenmalig). Op de kaart onderscheiden we schrijfplaatsen, vermoedelijke verblijfplaatsen en doorvoerpunten (post, boodschappen, religieuze bijeenkomsten in gecodeerde termen). Deze kaart is geen opsporingsdocument maar een contextkaart die zichtbaar maakt hoe zorg en informatie door de stad en omliggende dorpen bewogen.

Tijdlijnen en ritme: cadans van schrijven

De tijdlijn per brief toont clusters (intensieve schrijfperiodes) en hiaten. Clusters vallen samen met dreiging of verandering: nieuwe maatregelen, verhuisbewegingen, ziekte, krapte aan brandstof of bonnen. Hiaten kunnen wijzen op onderduik, censuur, verlies van postkanalen of simpelweg uitputting. Belangrijk is dat we hiaten niet automatisch als zwijgen interpreteren; soms verplaatsen brieven zich naar mondelinge berichten of via tussenpersonen. Daarom koppelen we de tijdlijn aan het netwerk-overzicht: wanneer een kernrelatie actief is in mondelinge overdracht, compenseren we gedeeltelijk het gebrek aan schriftelijke sporen.

Close reading: twee casussen

Casus A – De zachte codetaal: een ogenschijnlijk banaal bericht (“de was is gedaan, de soep is gelukt”) blijkt bij vergelijking met omliggende brieven en contextwoorden een risico-signaal: “was” correspondeert met “huiscontrole doorstaan”, “soep” met “voedsel is rond”. De ironie en zelfspot maskeren kwetsbaarheid. Digitale patroonherkenning markeert de herhaling; de historische lezer geeft betekenis vanuit lokale kennis.

Casus B – De stille zaterdag: een opeenvolging van korte, terloopse kaartjes op zaterdagen toont meer dan religieuze regelmaat. In de marges verschijnen namen van bezoekers en mini-notities over brood, kaarsen, stilte. De combinatie wijst op ritueel als infrastructuur van zorg: samen eten, bidden, nieuws uitwisselen zonder expliciet te schrijven wat gevaarlijk is om te noteren.

Ethiek: toestemming, terughoudend citeren, context

Persoonlijke teksten vragen om zorgvuldigheid. Waar mogelijk betrekken we familie en beheerders van archieven. We citeren spaarzaam, beperken herkenbare privé-details en zetten gevoelige passages naast context die misinterpretatie voorkomt. Publicatie van scans gebeurt met resolutiebeperking en watermerk; ongepubliceerde stukken blijven gesloten tot expliciete toestemming. De regel is eenvoudig: digitale middelen vergroten verantwoordelijkheid, niet sensatie.

Grenzen van het model: wat we niet zeker weten

Automatische herkenning faalt bij slecht leesbare inkt, dialect of ironie. Emotieclassificatie kan sarcasme verwarren met luchtigheid. Toponiemen met dubbele betekenis (een familienaam die ook straatnaam is) vragen handmatige verificatie. We noteren daarom foutprofielen en houden een versiegeschiedenis bij: elke correctie laat een spoor achter. Wie onze data gebruikt, ziet waar onzekerheden zitten en kan eigen conclusies trekken of ons corrigeren.

Wat we leren: kleine rituelen, grote veerkracht

De brieven tonen dat veerkracht niet alleen zit in grote daden, maar in kleine rituelen: samen eten, een liedje, grapjes die spanning wegnemen, zorg voor ouderen en kinderen. Dit is geen romantisering; het is de erkenning dat waardigheid zich ook manifesteert in het vasthouden aan banaliteit wanneer buiten alles onveilig is. Voor de geschiedenis van Enschede voegen deze brieven detail en diepte toe aan kaarten, registers en lijsten – ze maken zichtbaar hoe mensen betekenis organiseerden onder druk.

Techniek en duurzaamheid: OCR, annotatie, koppelingen

Voor langdurige bruikbaarheid zetten we in op open bestandsformaten (UTF-8, TEI-lite voor transcriptie), reproduceerbare pipelines (OCR met handmatige correcties in batches) en duurzame koppelingen (stabiele identifiers per brief en per entiteit). Annotaties zijn exporteerbaar zodat andere onderzoekers ze kunnen hergebruiken of bevragen. De infrastructuur is bescheiden maar degelijk: wat vandaag werkt moet over tien jaar nog leesbaar en controleerbaar zijn.

Uitnodiging aan lezers

Beschikt u over aanvullende brieven, enveloppen met poststempels, foto’s met achterop genoteerde data of adressen, of mondelinge herinneringen die aan deze correspondentie raken? Neem contact op met de redactie. Elk detail – een datum, een winkelnaam in de achtergrond van een foto, een onduidelijke handtekening – kan een ontbrekend stuk van het verband onthullen en een leven scherper in beeld brengen.