Herdenking van de Joodse Raad in Enschede – 6 juni 2004

Op 6 juni 2004 vond er in Enschede een bijzondere herdenkingsbijeenkomst plaats, gewijd aan de lokale Joodse Raad die tijdens de Tweede Wereldoorlog een uitzonderlijke rol speelde in het redden van Joodse levens. In tegenstelling tot de landelijke Joodse Raad, die grotendeels de bevelen van de Duitse bezetter opvolgde, probeerde de Enschedese raad actief Joden te laten onderduiken en zo deportatie te voorkomen.
Tijdens de bijeenkomst werd nadrukkelijk stilgestaan bij het unieke karakter van deze lokale raad. Onder leiding van Sig Menko, Gerard Sanders en Isedoor van Dam werkte men samen met dominee Leendert Overduin om onderduikadressen te regelen, valse papieren te verstrekken en transporten te vermijden. Dankzij deze inspanningen overleefden ongeveer 500 van de 1.200 Joden uit Enschede de oorlog — een bijzonder hoog aantal vergeleken met andere steden.
Burgemeester Jan Mans sprak namens het stadsbestuur en bracht hulde aan de morele moed van de betrokkenen. Ook een vertegenwoordiger van de Joodse gemeenschap sprak over de blijvende impact van het werk van de Enschedese Raad. Bij het monument ter nagedachtenis aan de Joodse Raad werden bloemen en kransen gelegd.
Deze herdenking onderstreepte het belang van herinnering en educatie. In een tijd waarin antisemitisme en onverschilligheid opnieuw zichtbaar worden in Europa, blijven verhalen zoals dat van Enschede essentieel. Ze herinneren ons eraan dat zelfs in de donkerste tijden, menselijkheid en verzet mogelijk zijn — en noodzakelijk blijven.