Sig Menko – Voorzitter van de Joodsche Raad Enschede

Sig Menko: Leiderschap en Verzet in Oorlogstijd
Sig Menko (1877–1962) was directeur van het textielbedrijf N.V. N.J. Menko en voorzitter van de Joodsche Raad in Enschede. In tegenstelling tot de centrale Joodsche Raad in Amsterdam deed hij zijn uiterste best om zijn geloofsgenoten te waarschuwen en te helpen onderduiken. Tijdens een landelijke vergadering van de Joodse Raad in Amsterdam sprak hij zich uit vóór onderduik als noodzakelijke strategie. De reactie op zijn pleidooi was kil: “Mijnheer Menko, dat woord komt in onze vocabulaire niet voor.”
De context van zijn waarschuwing was schrijnend: na de razzia van september 1941, waarbij meer dan honderd Joodse mannen uit Enschede naar Mauthausen werden gedeporteerd en daar stierven, was voor Menko duidelijk dat deportatie neerkwam op een doodvonnis. Zijn oproep tot verzet en onderduik kwam voort uit inzicht, maar werd door de centrale raad genegeerd.
In mei 1943 dook hij samen met zijn vrouw Emmy onder. Ze werden een jaar later verraden en gedeporteerd naar concentratiekamp Theresienstadt. Daar overleefden ze de laatste oorlogsjaren. Op 8 mei 1945 werden Sig en Emmy Menko bevrijd door het Rode Leger.
Na de oorlog keerde hij terug naar Enschede. Ondanks alles wat hij had meegemaakt, bleef hij maatschappelijk betrokken en leefde hij in relatieve rust tot zijn dood in 1962. Zijn inzet voor de Joodse gemeenschap van Enschede wordt nog altijd herinnerd als een voorbeeld van morele moed in een tijd van extreme onderdrukking.