Verzet

Historische foto van Enschede

Terwijl de Joodsche Raad in Amsterdam koos voor samenwerking met de Duitse bezetter, nam de Joodsche Raad in Enschede een andere koers. Onder leiding van voorzitter Sig Menko, penningmeester Isedoor van Dam en secretaris Gerard Sanders werd actief verzet geboden tegen de nazi-bezetting. Deze lokale raad adviseerde Joodse inwoners om onder te duiken en werkte nauw samen met dominee Leendert Overduin om onderduikadressen te vinden.

Na de razzia van september 1941, waarbij 105 Joodse mannen uit Twente werden opgepakt en naar Mauthausen gedeporteerd, besefte men in Enschede de ernst van de situatie. De Joodsche Raad en dominee Overduin zetten een netwerk op om Joden te helpen onderduiken. Dankzij hun inspanningen konden ongeveer 500 van de 1200 Joodse inwoners van Enschede de oorlog overleven, een relatief hoog percentage vergeleken met andere Nederlandse steden.

De samenwerking tussen de Joodsche Raad en het lokale verzet was uniek in Nederland. Terwijl elders Joodse Raden de Duitse bevelen opvolgden, koos Enschede voor een moreel standpunt en bood hulp aan vervolgde Joden. Deze moedige houding wordt nog steeds herinnerd als een voorbeeld van menselijkheid in donkere tijden.