De Joodse Raad van Enschede: Lokaal Verzet en Heldhaftige Keuzes

De Joodsche Raad in Enschede bestond uit voorzitter Sig Menko, penningmeester Isedoor van Dam en secretaris Gerard Sanders. In tegenstelling tot de centrale raad in Amsterdam, die later veel kritiek kreeg vanwege haar samenwerking met de bezetter, koos de Enschedese raad voor een koers van verzet. In plaats van bevelen slaafs op te volgen, stelden zij zich actief ten doel om levens te redden.
In samenwerking met de moedige dominee Leendert Overduin werd een uitgebreid netwerk van onderduikadressen opgezet. Overduin verzamelde gegevens van Twentenaren die bereid waren onderduikers op te nemen, regelde het vervoer naar veilige locaties en coördineerde betalingen en communicatie. Zijn rol was van onschatbare waarde voor de Joodse gemeenschap van Enschede.
Waar in andere steden de Joodse Raad hoopte via samenwerking ‘het ergste’ te voorkomen, durfde men in Enschede een andere weg in te slaan. Deze keuze bleek van levensbelang: naar schatting konden circa 500 van de 1.200 Joodse inwoners van Enschede dankzij deze samenwerking met het verzet de oorlog overleven.
Het verzet van de Joodsche Raad in Enschede wordt nog altijd gezien als uitzonderlijk binnen Nederland. Het getuigt van morele helderheid in een tijd van verwarring en dreiging. Door te kiezen voor menselijkheid boven gehoorzaamheid, gaven zij een voorbeeld dat generaties later nog altijd inspireert.